Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En David zeide tot Achis: Indien ik nu genade in uw ogen gevonden heb, [8]men geve mij een plaats in een van de steden des lands, dat ik daar wone; [9]want waarom zou uw knecht in de koninklijke stad bij u wonen? 8. David zocht ergens alleen te wonen met de zijnen, om te ontgaan het gevaar zo des lichaams als der ziel, hetwelk hem van de Filistijnen had mogen overkomen. 9. David verstond wel hoe zorgelijk het was voor vreemdelingen, [inzonderheid die van enig vermogen zijn] bij een koning in zijn eigen stad te wonen. Daarom wilde hij deze jaloezie gaarne voorkomen. Maar hij geeft het een anderen naam, alsof hij zeide: Deze eer komt mij niet toe, heer koning.